Welkom
in mijn wereld. In die wereld waren computers enorme bakbeesten die harde
schijfjes aten en lappen groen-wit gestreepte kettingformulieren uitspuugden. Tennis
(2 witte streepjes, 1 wit blokje) en golf (met blokje en 1 wit streepje) waren
zo ongeveer de enige spelletjes die je er op kon spelen. Docenten presenteerden
nog met krijtborden en overheadprojectors, met als afwisseling af en toe een
plaatje op zijn kop of in spiegelbeeld. Op de universiteit leerden we MS dos en
Word Perfect. Een telefoon was echt iets anders dan een televisie, of een
computer.
De
wereld van mijn studenten is anders. In hun wereld is elke dag een DigiDay.
Kennis opdoen, vermaak, communicatie, het gaat allemaal via één van de vele
apparaten. Die zijn onderling redelijk inwisselbaar. Film kijken op je
telefoon? Geen probleem. Alles praat met
alles en wat er wordt uitgewisseld over jou is niet helemaal duidelijk. Een
docent heeft de boot gemist als hij alweer met een Kahoot aankomt. Programmeren
leer je op de basisschool en/of tussendoor met vallen en opstaan van je
vrienden. In die wereld zijn honderden digitale tools beschikbaar voor
docenten. Tools om te toetsen, kennis op te slaan, op te nemen, uit te wisselen
of over te dragen.
De initiële onderdompeling in die wereld is leuk. Wat zijn
er enorm veel mooie dingen beschikbaar. Jammer genoeg heeft nog niemand mijn
computer geleerd om gesproken instructies op te volgen, dus betekenen al die
tools weer het leren van een oneindige hoeveelheid knoppen en combinaties.
Daarbij slaat de schrik me toch om het hart; wat moet ik hier allemaal mee als
docent? Ik heb niet de tijd om me voor elke les in een hele reeks van mogelijke
digitools te verdiepen! Ik wil me toch vooral richten op het organiseren en
faciliteren van leerprocessen?
Daar
blijkt voor mij in elk geval ook een deel van de oplossing te liggen; geen hoog-intensieve
Digitale work-out maar het ontwikkelen van een lichte TPACK. Technological Pedagogical Content Knowledge, zoals de officiële vertaling van de afkorting
luidt. Het verbinden van Technische, Didactische en vakinhoudelijke kennis en
vaardigheden. Dat lijkt dan weer erg op een didactisch model dat Didactiek, Inhoud
en Toetsing verbindt. Met die extra T en een O voor Organisatie ga ik aan de
slag. Ik leg een DITTO bril over mijn lesopzet om gemakkelijker zicht te
krijgen op de inhoud, opbouw, tools en organisatie van mijn lessen en
lesmateriaal. Ik merk dat het nu logischer wordt om ook ICT oplossingen te
gebruiken om werkvormen in te vullen. Daardoor denk ik meteen weer beter na
over wat mijn studenten nu echt moeten en willen leren. En zo schuif ik
langzaam een stukje op naar hun wereld.
DigiMe? Misschien een beetje dus, met nog elke dag een
nieuwe ontdekking. Maar in elk geval wel Dígamé: zoals ze in het Spaans de
telefoon opnemen. Hallo, vertel het maar….. Een uitnodiging aan de ander om aan
te geven wat hij of zij nodig heeft om het eigen doel te bereiken. Waarin ik daarna
kan ondersteunen, soms digitaal en soms met gewone taal; hoe zou je dit kunnen aanpakken? Waar kun je die informatie vinden?
Zo blijf ik wat ik was; docent, maar dan een beetje 3.0.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten